Inspanningsastma

Geschreven door postitief op 05 September 2013 in artikel

Inspanningsastma

Onderzoekers hebben geconstateerd dat naarmate de inspanning vordert, het volume van de ademteug geringer wordt, terwijl de ademfrequentie blijft stijgen. Dat duidt op inspanningsastma. Een op de vijf topsporters klaagt daarover. Dat heeft enorme implicaties voor het prestatievermogen, maar is goed te behandelen met medicijnen - die overigens weer een prestatiebevorderende bijwerking kunnen hebben en zodoende op de lijst van verboden stimulerende middelen staan. Wees uzelf daarom bewust van het functioneren van uw uw ademhalingsorgaan.

Het ademhalingsorgaan
Het ademhalingsorgaan wordt verdeeld in een bovenste en onderste deel. De neus behoort met de mond-keelholte en het strottenhoofd tot de bovenste luchtwegen. De luchtpijp vormt met de bronchiën en de longblaasjes, die omgeven worden door het borstvlies en de borstkas, de onderste luchtwegen.

Neus en longen
De neus zorgt voor het verwarmen, bevochtigen en reinigen van de ingeademde lucht, doch heeft een beperkte capaciteit. Hierdoor is het tijdens inspanning onmogelijk alleen via neusademhaling voldoende lucht in de longen te krijgen. De lagere ademhalingswegen komen dan in aanraking met vaak vuilere en onverwarmde lucht, waardoor de kans op irritatie van de luchtwegen kan toenemen. In de grote hoeveelheden kleine longblaasjes vindt uiteindelijk, nadat de lucht via de keel en bronchiën deze microscopische, tere weefsels heeft bereikt, de uitwisseling van zuurstof en koolzuurgas plaats.

De longen hebben een grote ventilatiecapaciteit, waardoor bij een afname van de longfunctie niet onmiddellijk klachten zullen ontstaan bij sportbeoefening. Dit is anders bij de verschillende soorten aandoeningen van de luchtwegen, zoals die bij een grote groep ogenschijnlijk gezonde mensen kunnen optreden.

Aandoeningen van de luchtwegen
De term chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen, afgekort cara, is een verzameling ziekten en symptomen van de luchtwegen, die gepaard gaan met chronisch of herhaaldelijk hoesten, soms met het opgeven van slijm en klachten van kortademigheid of piepen op de borst. Het gemeenschappelijk kenmerk is de belemmering van de ademhaling. Infecties door bacteriën of virussen kunnen de klachten verder doen toenemen.

Cara treedt vaak op als gevolg van een verhoogde gevoeligheid van de luchtwegen voor allerlei stoffen waarmee wij als mens in aanraking komen. Zo kunnen rook, mist, koude lucht en allerlei soorten luchtverontreiniging een overprikkeling van de slijmvliezen van de luchtwegen bewerkstelligen. Bij gezonde mensen zullen deze stoffen en omstandigheden echter niet tot reacties van de ademhalingsorganen leiden.

Sportbeoefening door cara-patienten
Tijdens sportbeoefening neemt de hoeveelheid lucht die de sporter via de luchtwegen transporteert, sterk toe om voldoende zuurstof via de longblaasjes in het bloed te brengen en om het koolzuurgas uit het bloed af te voeren. Cara-patiënten hebben door een verminderde longfunctie een relatief tekort aan ademlucht, en kunnen dus onvoldoende zuurstof naar het bloed brengen. Hierdoor ontstaat benauwdheid en een snellere vermoeidheid. Veel mensen hebben onder die omstandigheden de neiging om hun sportactiviteiten te beperken, zodat de conditie gaat afnemen. Een vicieuze cirkel, die niet in het belang is van de gezondheid van de sporter met cara. Sportbeoefening met cara is goed en verantwoord mogelijk. De conditie van hart en vaten neemt toe, de longfunctie verbetert, en kracht en uithoudingsvermogen van de spieren - dus ook van de ademhalingsspieren - worden vergroot.

Regelmatige lichamelijke inspanning met een zo goed mogelijke longfunctie dient dus het doel van iedere atleet met cara te zijn. De training behoort geleidelijk in intensiteit toe te nemen, om benauwdheden en hoestprikkels zoveel mogelijk te voorkomen. Een verbeterde longfunctie zal de conditie positief beïnvloeden en de sporter meer zelfvertrouwen schenken.

Medicijngebruik bij aandoeningen aan de luchtwegen
Sportbeoefening is met medicijnen meestal heel goed mogelijk, al moet bedacht worden dat sommige van deze middelen op de dopinglijst staan. Dit heeft in het verleden al menigmaal geleid tot diskwalificatie van sporters met cara, die met behulp van medicijnen hun prestaties wilden normaliseren. Topsporters moeten dus alert blijven bij het gebruik van deze op zich nuttige geneesmiddelen.

Indien er een luchtweginfectie ontstaat, worden vaak antibiotica gegeven om verdere beschadiging van de luchtwegen en complicaties als een longontsteking te vermijden. Bij algemene malaise en koorts is sportbeoefening slecht. De training kan pas weer voorzichtig hervat worden als deze verschijnselen verdwenen zijn. Overleg met de behandelend arts is in dit geval raadzaam.

Inspanningsastma
Ongeveer vijf tot tien minuten na het begin van de sportbeoefening merken sommige sporters dat de ademhaling moeilijker wordt. Vooral de uitademing is belemmerd door een vernauwing van de luchtwegen. De piepende uitademing, soms met wat hoesten, blijft ook nog enige tijd na het stoppen met de inspanning aanwezig en verdwijnt dan geleidelijk.

Als verklaring voor dit fenomeen wordt gedacht aan een reactie van de luchtwegen door afkoeling van de slijmvliezen. De afkoeling en verontreiniging zijn het grootst bij het met wijd open mond inademen van koude, droge lucht. Tempo- of intervaltraining in koude weersomstandigheden, zoals we die hier zo vaak kennen, vergroot de kans op dit soort klachten.

Er zijn genoeg medicijnen via de huisarts verkrijgbaar, die de reactie van de luchtwegen op inspanning kunnen beperken. Wanneer deze middelen van tevoren via bijvoorbeeld een inhalator of aërosol worden toegediend, dan is sportbeoefening vaak klachtenvrij of met aanmerkelijk minder klachten mogelijk. Een goede en geleidelijk opgebouwde warming-up kan de ernst van de klachten van inspanningsastma ook beperken. Tevens zal hopelijk duidelijk zijn dat sporten op smogrijke dagen in de zomerperiode vooral voor mensen met aanleg voor luchtwegklachten sterk af te raden is.

Reacties mogelijk gemaakt door Disqus